De verdwenen volken van de aarde
Artikelnummer: | RB-65 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Levertijd: | binnen enkele werkdagen |
De verdwenen volken van de aarde is een Guido Eekhaut karakteriserende novelle, gebaseerd op de klassieke ontdekkingsreizigersverhalen, maar dan geëxtrapoleerd naar een afwijkend, onbekend tijdperk. Voorzien van een prachtige omslagillustratie en meerdere binnenillustraties van Gert-Jan van den Bemd.
Majoor Pomeroy krijgt van de British Geographical Society de opdracht als expeditieleider met een groep wetenschappers naar de Pyreneeën af te reizen. Hij moet zien te achterhalen wat er gebeurde met het Grote Volk. Wat hij tijdens deze risicovolle tocht ontdekt, overtreft ieders stoutste verwachtingen.
De verdwenen volken van de aarde; Guido Eekhaut; omslag- en binnenillustraties van Gert-Jan van den Bemd; Rare Boekjes-reeks 65; ISBN 978-90-78499-65-7; 90 blz.; 1e druk september 2023; uitg. Stichting Fantastische Vertellingen; omslagontwerp Ingrid Heit; bio-/bibliografieën van de gepubliceerden; Penguin-formaat pocketboek
Klik HIER voor meer achtergrondinformatie.
Rare Boekjes-reeks
Via de Rare Boekjes-reeks biedt de Stichting Fantastische Vertellingen een springplank voor nieuw of miskend oorspronkelijk Nederlandstalig talent op het gebied van fantastische literatuur en kunst. De publicaties in deze reeks beogen de creativiteit te stimuleren en de geesten maximaal te verruimen.
Rare Boekjes-reeks pocket met biografie: | zwart/wit; bio- en bibliografie; inhoudsopgave |
Sinds de jaren ’70 is Guido Eekhaut actief als auteur. Sindsdien heeft hij misdaadromans, speculatieve fictie en literaire fantasie geschreven, hij is daarnaast ook nog essayist, journalist, redacteur in zowel fictie als non-fictie (o.a. geschiedenis en politiek). Met inmiddels zo’n 60 boeken op zijn naam (waaronder prijswinnende titels) en honderden gepubliceerd korte verhalen en artikelen is hij zeer productief en een gearriveerd schrijver. Ook in het fantastische genre is Eekhaut een bekende en gerespecteerde naam, op www.fandata.nl omvat zijn oeuvre honderden items. Op de achterflap van dit boekje presenteert de Stichting FV zich als een springplank voor nieuw of miskend Nederlandstalig talent - op de site wordt gelukkig vermeld: ‘bekendere namen worden gebruikt als "motor" waarmee de nieuwkomers een duwtje in de rug krijgen.’ Dit laatste lijkt me een prima rechtvaardiging voor deze uitgave.
Het verhaal
In een afgelegen gebied in de Pyreneeën gebeurden vreemde dingen. De verdwijning van het Grote Volk en het rondzingen van merkwaardige verhalen moeten – in de goede traditie van Britse wetenschappelijke onderzoekers uit de 19e eeuw – ter plekke onderzocht worden. Er komt een goed verteld verhaal op gang met in het centrum een intrigerend raadsel. Zijdelings komen maatschappelijke thema’s aan de orde, ze worden humorvol verteld. Ondertussen lijdt de expeditie onder mysterieus verdwijnende leden en krijgt de leider merkwaardige en duidelijk betekenisvolle dromen en visioenen met een fraaie synthese tussen taal en symbool en betekenis.
Het verhaal eindigt meer filosofisch dan uitleggend. Er komt géén logische uitleg van alle merkwaardigheden – wat dat betreft past het verhaal in het Vlaamse surrealisme, waarvan in het fantastische genre bijvoorbeeld ook Frank Roger een vertegenwoordiger is. Alles wat ik me afvroeg over het vreemde volk (de leefwijze, hun afkomst, het hoe en waarom van de ontmoetingen tussen de twee gescheiden werelden), het blijft in het vage. De verdwijnende expeditieleden en zelfs verdwijnende stukken geschiedenis? Het gebeurt, dus het kan. De werkelijkheid is fluïde.
In de slotoverwegingen leren we dat het Oude Volk een ideaal vertegenwoordigt: een andere vorm van communicatie. Taliger en beeldender, onbegrijpelijk voor ons, maar het leidt wel tot een superieure… Tja, wat is er eigenlijk dat superieur is? Dat zullen we zelf moeten uitvinden.
Een boodschap?
Het verhaal is vriendelijk, het heeft een intrigerend uitgangspunt en de vertelling is vlot en uitstekend leesbaar. Lastiger is de boodschap. Als ik het goed begrijp gaat het uiteindelijk over de rol van taligheid, van beelden en woorden. Staat die beeld-taal-communicatie als ideaal tegenover de hardheid van materie en het mathematisch-logische van onze werkelijkheid? Of lees ik dat erin omdat ik meer van dat logische ben?
De laatste verzuchting uit het boekje is ‘Taal, taal, tekens, letters. Misschien zijn wij ook op de goede weg.’ Hoe iemand zulke positieve (taal-)gedachten kan krijgen bij het zien van reclameborden is mij een raadsel, maar de boodschap is volgens mij: niet wiskunde/materie maar taal/beeld is noodzakelijk voor een leefbare wereld. Het is een stelling waarover je bij een goed glas wijn prettig kunt filosoferen.
De passende illustraties van Gert-Jan van der Bemd geven een leuke, luchtige touch mee aan het verhaal.