Fantastische Vertellingen, nr. 46, jrg. 39/18, juni 2018
Artikelnummer: | FV-46 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Levertijd: | binnen enkele werkdagen |
In dit nummer vindt u korte verhalen van F.P.G. Camerman (Het derde oor), Marcel Ozymantra (De ongelukkige tijdreiziger), Marco Knauff (Tammy) en Adriaan van Garde (Terug naar Cumberley) en een stripverhaal van Eric Snelleman (De kringloop).
Daarnaast tekenwerk van Gert-Jan van den Bemd (bij Het derde oor), Marco Bezoet de Bie (bij De ongelukkige tijdreiziger), Bauke Muntz (bij Tammy), Ben van de Outenaar (bij Terug naar Cumberley). En gevarieerd materiaal van Fred Hemmes (Vis en Het dierenmuseum) en zowel de omslagillustratie als een cartoon van Ria Volk en enkele froetzels van Oxana Langbeen.
Boekbesprekingen van de hand van Resmie Goerdin, Paul van Leeuwenkamp en Johan Klein Haneveld. En twee essays over De dag van het fantastische boek: eentje van de hand van Paul van Leeuwenkamp en een tweede door Johan Klein Haneveld.
Het omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit. In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.
U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:
afm.: | A5 (148mm x 210mm) |
dikte: | 132 blz. |
gew.: | 195 gram |
uitv.: | paperback, volledig in kleur |
extra: | bio-/bibliografieën van de gepubliceerden |
De samensteller van Fantastische Vertellingen heeft zichzelf weer overtroffen. Dit was daadwerkelijk een fantastisch nummer. Ik vond er niks in dat minder dan zeer goed was - misschien dat sommige tekeningen niet helemaal mijn stijl waren, maar over smaak valt niet te twisten. Een tijdschrift dat wat omvang betreft met 132 pagina's niet onderdoet voor een verhalenbundel, maar dat zo afwisselend is opgezet met zo'n keur aan schrijvers en tekenaars dat je er als lezer doorheen vliegt. Goede recensies van Tenenkrommende verhalen en een paar van mijn hand van andere verhalen en twee essays over de Dag van het Fantastische Boek en de controverse rond de Harland Award boekprijs. Ik vond dat Paul van Leeuwenkamp een goed punt maakte, ondersteund door een blik op de historie van het genre in Nederland. Misschien goed om daar meer aandacht aan te geven. Voor de tweede maal een stripverhaal in de Fantastische Vertellingen. Ik vond de tekeningen geweldig al leek er niet zoveel verhaal in te zitten. Het vormde een heel goede afwisseling tussen de verhalen en essays, en geeft dit tijdschrift een opvallende breedte. Dit is een tijdschrift voor alle facetten van het fantastische genre en dat mag gevierd worden. De verhalen waren ten slotte de een na de ander van hoog niveau. In de meeste andere nummers is er steeds wel een verhaal dat me minder aanspreekt, waarbij ik de schrijfstijl niet waardeer of het einde niet bijzonder vind. Hier vond ik alle verhalen interessant, zonder dat er een bij zat die ik vanuit mijn perspectief als 'misser' zou beschouwen. En ik ben me bewust van het feit dat het mijn perspectief is, want alleen al het feit dat de samensteller van Fantastische Vertellingen de verhalen plaatst suggereert dat er ook lezers zijn die ze wel kunnen waarderen. Het begint met de bijdrage van F.P.G. Kamerman. Ik moest even denken aan het verhaal van H.G. Wells 'The country of the blind' toen ik het las. Ik weet niet of dat van invloed was op dit verhaal. Het is in elk geval bijna net zo sterk, met sympathieke karakters, een goede beschrijving van een andere werkelijkheid en een einde dat je naar de keel grijpt. De wending zit hem niet zozeer in de gebeurtenissen, maar in de emoties en het werkte enorm goed. Ik zag het in elk geval niet aankomen. Ik was aangenaam verrast een verhaal van Marcel Ozymantra aan te treffen. Ik genoot al van zijn verhaal in de laatste editie van Ganymedes en hier laat hij wederom zien dat hij ironie weet te combineren met SF-thematiek en een literair taalgebruik. Ik neig ernaar te protesteren tegen de drang dat genreverhalen aan de eisen van het 'literaire genre' dienen te voldoen (het mag ook gewoon spannend zijn), maar Marcel toont aan dat goede karakterweergave, mooi gevonden beschrijvingen en een ingetogen sfeer een heel erg goed geheel opleveren. De illustraties erbij maken het af. Wat mij betreft treffen we in komende edities en in Ganymedes meer van deze schrijver aan! Ik was ook blij weer een verhaal van Marco Knauff te kunnen lezen. In dit geval een mooi SF-verhaal in een licht ouderwets aandoende setting van een andere planeet, maar met een modern idee (een in de hersenen aangebracht hulpprogramma dat astronauten helpt te overleven). Met kleurrijke details en een dosis gruwel wist dit verhaal me mee te slepen en mijn verbeelding te stimuleren. Ook hier weer mooie illustraties die in mijn optiek iets toevoegden aan het verhaal. Het vierde verhaal was van Adriaan van Garde, die teruggrijpt op een ouder subgenre van Engelse literatuur waarin op afgelegen landhuizen allerlei onfrisse zaken gebeuren. Ik genoot van zijn schrijfstijl, de sfeer die met zorgvuldig uitgekozen details wordt opgebouwd en het gevoel dat helemaal past bij het type verhaal dat de auteur beoogt te emuleren. Wat ik jammer vond was dat het einde in mijn ogen wat voorspelbaar was. Het was voor mij geen stomp in de maag, maar precies wat ik dacht dat er gebeurd was. Ik weet niet wat de bedoeling van de auteur was. Als hij me daarmee had willen verrassen was dat mislukt. Maar zijn bedoeling een hommage te brengen aan een bepaalde vorm van Britse literatuur was zeer zeker geslaagd. Dit had zo in een Britse bundel kunnen staan. Oh, rest me nog te zeggen dat de biografietjes aan het eind hilarisch waren. Ik vond het jammer dat ik deze editie van Fantastische Vertellingen moest dichtslaan en ik kijk weer reikhalzend uit naar het volgende deel!