Fantastische Vertellingen, nr. 65, jrg. 44, maart 2023

€7,95
Artikelnummer: FV-65
Beschikbaarheid: Op voorraad
Levertijd: binnen enkele werkdagen

In dit nummer vindt u korte verhalen van Charles van Wettum (Stagiair), Tais Teng & Roderick Leeuwenhart (De Venus van je dromen), Joke Adam (Sancta Mzria Mater Temporis), Hervé Suys (Een moordmachine), Reinold Widemann (De tik van de metronoom), Luc Vos (Rode reus) en Johan Klein Haneveld (Tussenlanding in Qatar).

Illustraties zijn van de hand van Pim Leefsma (omslagillustratie), Fred Hemmes, Gert-Jan van den Bemd, MOZ, Tais TengGidion van de Swaluw, Peter Erhardt en Dick van der Plas.

Daarnaast vindt u in dit nummer besprekingen van de hand van Johan Klein Haneveld, Charles van Wettum, Finn Audenaert, Paul van Leeuwenkamp en Jos Lexmond. En de problemenrubriek Oxana's Oxymoron van Oxana Langbeen., alsmede een FV-essay van Paul van Leeuwenkamp (Canopy De Mitsukoshi Troostbaby Company), die ook aansprakelijk is voor Tijd voor geschriften 1.

De omslagillustratie is van de hand van Pim Leefsma en het daarop gebaseerde omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit.

In totaal maar liefst 188 bladzijden op helderwit kwaliteitspapier, volledig in kleur!

In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte, geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.

U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:

afm.: A5 (148mm x 210mm)
dikte: 188 blz.
gew.: 325 gram
uitv.: paperback, volledig in kleur
extra: bio-/bibliografieën van de gepubliceerden
| Charles van Wettum

Disclaimer: het kwartaalblad Fantastische Vertellingen publiceert regelmatig bijdragen van mijn hand. Ook dit kwartaal ben ik present met een verhaal en een boekbespreking.
Fantastische Vertellingen is een tijdschrift. Het is geen boek, een aantal elementen markeren het tijdschriftkarakter: een columnachtige inleider, opiniestukken en/of essays, een absurdistische probleemrubriek. Ook de prachtige illustraties maken de kwalificatie als tijdschrift meer dan redelijk. Maar toch: het is óók een boek: een verzameling korte verhalen uit de breedte van het SF- & Fantasy-veld, met de uitdrukkelijke doelstelling om nieuwe en onbekende schrijvers een podium te geven.
Nummer 65 uit maart 2023 is dik: 188 pagina's (hoezo geen boek?). De bijdragen beslaan een breed veld binnen SF en Fantasy, de kwaliteit is prima. Ik wens elke lezer toe dat ze zich zo zullen vermaken als ik. Een paar opmerkingen bij de inhoud van dit nummer.

De inleiding van de hoofdredacteur onder de titel 'Meyvistisch Melodrama' is als altijd vermakelijk, hij houdt een hartstochtelijk pleidooi voor klare en hoogwaardige Nederlandse taal in een onnavolgbare fantastische omgeving. Hij geeft - zoals verwacht mag worden- het goede voorbeeld.
De boekbesprekingen zijn een vast onderdeel van FV. Ik word steeds geïnspireerd door de verschillende manier waar boeken te lezen zijn, de mogelijkheden voor interpretatie en voor verwerking van verhalen. Meermalen ben ik aangestoken door het enthousiasme en aan boeken begonnen waar ik normaliter weggebleven zou zijn. Een betekenisvolle bijdrage van FV aan de veelzijdigheid van onze bubbel!
Eén van de hoogtepunten in deze bundel vond ik het essay van Paul van Leeuwenkamp, dat in mijn geheugen is opgeslagen onder 'Paul is boos'. Zijn reden is invoelbaar: criteria van 'hoge literatuur' gebruiken om een genre te kleineren is natuurlijk onacceptabel. Ook zijn bijdrage over de geschiedenis van Nederlandse SF-tijdschriften was voor mij leuk en verhelderend – ik heb dat stukje vaderlandse geschiedenis gemist.

Over de verhalen in dit nummer:
'Stagiair' van mijn hand is echte SF met een menselijke kant.
'De Venus van je dromen' (Tais Teng en Roderick Leeuwenhart) is sprankelende fantasy met prachtig, creatief taalgebruik en absurdistische trekjes. Gewoon even genieten zonder al te diep na te denken. In deze bundel was dit heerlijk ontspannende verhaal mijn favoriet.
'Sancta Maria Mater Temporis' (Joke Adam) is lief fantasy-verhaal waarin een sf-achtige tijdlus een school bedreigt. Een genre-overstijgend verhaal met originele uitwerking en een liefelijke uitwerking. Ik las het met plezier.
'De Moordmachine' (Hervé Suys) is (zelfs met deze titel en de slotscene) een humoristisch zacht-horror/fantasy verhaal. De streepjes geven aan hoe lastig het verhaal te kenmerken is, maar het wordt ontspannen verteld en ik vond het (hoewel de logica me af en toe ontging) zeer vermakelijk.
'De tik van de metronoom' (Reinold Widemann) beschrijft hoe door fixatie op ritme de mens zijn eigen levensklok ontregelt. Is de boodschap dat jazz een oplossing is? Of gaat het om het weigeren van de dwang van agenda en horloge? Hier komt in ieder geval elke oplossing te laat. Leuk verteld en de boodschap blijft speculeren...
'Aanval' is een horror-verhaal. Ik ben zelf geen fan van het genre en vind het lastig te beoordelen, maar het zit er wel in!
'Rode reus' beschrijft de tocht van twee jongelui op de aarde die lijdt onder de transformatie van de zon tot rode reus. Als de fysica niet klopt, jeukt dat bij mij - ik ga daardoor naar diepere lagen zoeken, of naar diep menselijke waarden of symboliek. Die kon ik niet goed vinden. Het verhaal heeft een paar spannende momenten en een op-het-nippertje-slot, maar ik vond het wat lang in de uitwerking.
'Tussenlanding in Quatar' (Johan Klein Haneveld) zette mij verschillende keren op het verkeerde been (en dat is altijd leuk!). Het leek me te beginnen als sf-verhaal: iets met dimensies, misschien. Toen dacht ik: nee, het toont de idiotie van het ideaal van autarkie en verkent maatschappelijke gevolgen van schaarste. En dan eindigt het totaal anders... Een verhaal dat mooi met (mijn) verwachtingen speelt.

De eerste druk van het boek (!) is uitverkocht. Terecht, Fantastische Vertellingen heeft het inzicht om een nog grotere te worden in het veld van SF en Fantasy. Remco Meisner heeft weer een prachtig blad in de wereld gebracht.

| Johan Klein Haneveld

Niet alleen is dit een van de dikste, of misschien wel de dikste, Fantastische Vertellingen ooit (was er eerder al eens een van 188 pagina's?) het is ook nog eens in kwalitatief opzicht een van de beste. Meer kwantiteit leidt in dit geval niet tot verdunning. Verhalen van ervaren schrijvers waar mijns inziens geen misser onder zit (al zijn er natuurlijk altijd bij die mij iets minder aanspreken), gelardeerd met fraaie illustraties en aangevuld met uitgebreide en goed onderbouwde recensies, twee essays van Paul van Leeuwenkamp en de gebruikelijke rubrieken. Ik heb me van de eerste tot de laatste pagina uitstekend vermaakt. Als je als lezer nog kennis moet maken met het tijdschrift is deze editie een goed startpunt. Dat de uitgever moest melden dat de eerste druk was uitverkocht, vind ik een goed teken. Meer lezers mogen dit genretijdschrift ontdekken, wat mij betreft.
Het openingsverhaal, 'Stagiair', is van Charles van Wettum, die steeds meer van zich laat horen in de wereld van de korte verhalen (hopelijk ook snel de lange). Hij heeft een voorliefde voor de harde SF, met een stuk maatschappelijke bewogenheid. Dit verhaal speelt zich af in zijn eigen verhaalwereld, met een overstroomd Nederland, waar mensen in koepels leven. Dit keer Koepel Krabbegat. Ik vind de schrijfstijl van Van Wettum fris en de dialogen overtuigend. Het einde is ook hier mooi en deed me glimlachen. Wat minder herhaling van woorden kort na elkaar zou het nog net wat mooier hebben gemaakt, maar sowieso een sterke opener!
Hoogtepunt van deze editie (voor mij dan toch) is het verhaal 'De Venus van je dromen', een SF-verhaal van Tais Teng en Roderick Leeuwenhart. Ik heb meer verhalen gelezen van dit duo en kon ze altijd waarderen. Ook hier weer een boeiende situatie, 'larger than life' karakters, levendige beschrijvingen en een fraai einde. Niet zo schokkend dat het lang zal blijven hangen, vrees ik, maar tijdens het lezen zat ik wel helemaal in het verhaal. Dat het best lang was viel me niet op tijdens het lezen (anders dan bij een ander lang verhaal in de bundel) en dat vind ik een compliment waard.
Joke Adam staat ook altijd garant voor interessante verhalen. Zij komt hier met 'Sancta Maria Mater Temporis' met een verhaal over een school waar dingen sneller lijken te verslijten dan anders ... daar blijkt een reden voor te zijn. De vertelstem was levendig en ik geloofde in de ik-figuur.
'Een moordmachine' van Hervé Suys was een leuk verhaal met een knipoog, zoals we van hem gewend zijn. Hij is een meester in dit soort 'sterke verhalen'. Als SF-lezer had ik misschien graag een verklaring willen zien voor het elkaar steeds op dezelfde tijd ontmoeten van twee auto's.
'De tik van de metronoom' van Reinold Widemann draaide vooral om de relatie tussen twee buren, van wie er een geobsedeerd is door ritme. Ik was geboeid door hun goed weergegeven gesprek en vroeg me af of de obsessie van de een ergens toe zou leiden. Daarop volgde een mysterieuze kist die werd afgeleverd. Maar het einde liet me met teveel vraagtekens achter. Ik zag niet hoe het volgde uit wat eraan voorafging.
Het Vuijeton was van Gerold H. Kort die overtuigend een beklemmende bovennatuurlijke ervaring beschrijft. Hij is goed in dit soort horrorverhalen, die eng zijn door hun overtuigingskracht. Het was nog sterker geweest als de verwijswoorden klopten (er werd volgens mij met 'het' verwezen waar 'die' of 'hij' nodig waren). Dat leidde me wat af, maar de kern stond als een huis.
Luc Vos (volgens mij nieuw voor Fantastische Vertellingen?) schreef het tweede lange verhaal, 'Rode reus', over twee jongeren die proberen de laatste raket van de Aarde te halen. Ik zag het als metaforisch en dacht dus verder niet na over de wetenschappelijke geloofwaardigheid van de beschreven situatie. Mooie beschrijvingen van de verlatenheid van de wereld, een mooie relatie tussen broer en zus en een steeds grimmigere situatie. Wat mij betreft had het laatste hoofdstukje achterwege gelaten mogen worden, dat had volgens mij beter gepast bij de sfeer van het verhaal. Het einde nu voelde wat onwerkelijk. Ik had ook het idee dat de dialogen tussen broer en zus niet overtuigend aanvoelden - hun taalgebruik suggereerde een belezenheid en eruditie boven hun niveau. Het was bovendien niet echt spreektaal. Dat, en de herhaling van sommige beschrijvingen van b.v. de zon, zorgde dat dit verhaal wel lang voelde. Maar ik las het nog steeds met plezier.
Het laatste verhaal is van mij.
Wat de 'nonfictie' in dit nummer betrof vond ik het eerste deel van het overzicht van SF-tijdschriften in ons taalgebied van Paul van Leeuwenkamp verhelderend. Altijd leuk om meer te weten van de geschiedenis van het Fantastische Genre in de Lage Landen. Zijn uitgebreide reactie op het laatste boek van Auke Hulst was ook boeiend (ook de analyse van wat er misging rond de Harlandprijs: een verschil van inzicht in de verhouding van het 'fantastische genre' met de 'literatuur').
Al met al een heel sterke editie, vol goede verhalen. Ik had wel verder willen lezen toen ik bij het einde was, dus ik kijk alweer uit naar het volgende nummer!

5 sterren op basis van 2 beoordelingen