Fantastische Vertellingen, nr. 64, jrg. 43, december 2022
Artikelnummer: | FV-64 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Levertijd: | binnen enkele werkdagen |
In dit nummer vindt u korte verhalen van Charles van Wettum (Dwalend in de ziel van mijn lief), Jan Roosen (De confrontatie met mijn eigen schaduw), André Frank (Loupcke), Guido Eekhaut (De herstelling) en Reinder Veelinx (Blinde vlek).
Illustraties zijn van de hand van Fred Hemmes (omslagillustratie), Gert-Jan van den Bemd, Marco Bezoet de Bie, André Frank, Saskia de Klerk, Marcel Ozymantra, Peter Erhardt en Tais Teng.
Daarnaast vindt u in dit nummer besprekingen van de hand van Johan Klein Haneveld, Charles van Wettum en Jos Lexmond. En de problemenrubriek Oxana's Oxymoron van Oxana Langbeen., alsmede een FV-essay van Paul van Leeuwenkamp over Pure Fantasy. De brievenrubriek (Brief Encounters) ontbreekt niet. En de Oratie bij de uitreiking van de Bemoste Beeld-prijs aan Ingrid Heit is integraal opgenomen (De maat der dingen).
De omslagillustratie is van de hand van Fred Hemmes en het daarop gebaseerde omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit.
In totaal maar liefst 123 bladzijden op helderwit kwaliteitspapier, volledig in kleur!
In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte, geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.
U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:
afm.: | A5 (148mm x 210mm) |
dikte: | 123 blz. |
gew.: | 275 gram |
uitv.: | paperback, volledig in kleur |
extra: | bio-/bibliografieën van de gepubliceerden |
Elke keer als de uitgever van deze publicatie via de sociale media gewag doet van de verzending van de Fantastische Vertellingen kan ik de dagen daarna mijn brievenbus niet voorbij lopen zonder te kijken of ik mijn eigen exemplaar ook al heb ontvangen. Fantastische Vertellingen is in mijn optiek onmisbaar binnen het landschap van de Fantastische Literatuur in Nederland en in deze vernieuwde vorm is het ook alweer bijna tien jaar beschikbaar voor lezers en schrijvers van fantastische verhalen. In dit nummer schrijft Paul van Leeuwenkamp over een eerder, helaas ter ziele gegaan tijdschrift, Pure Fantasy. Ik heb daar ook een paar nummers van gelezen, maar het hield op met bestaan voordat ik uit mijn tien jaar durende writersblock was ontsnapt. Maar alleen al de lijst met schrijvers die publiceerden in Pure Fantasy - al gevestigde namen, maar ook nieuwelingen in het veld - maakt duidelijk hoe belangrijk zo'n podium is. Talent verzamelt zich rond zo'n tijdschrift, ontwikkelt zich, en gaat dan verder met het ontplooien van eigen initiatieven. Volgens mij hebben Fantastische Vertellingen en het jaarboek Ganymedes eenzelfde effect en ontstaan er rond deze publicaties nieuwe verbanden van schrijvers, ditmaal met een duidelijkere voorkeur voor SF en weird fiction dan wel horror. Mijn hoop is dat FV en Ganymedes dat podium voor nieuwe en gevestigde schrijvers maar lang zullen blijven bieden!
Het belangrijkste element van elk nieuwe nummer van Fantastische Vertellingen zijn toch altijd de verhalen. De selectie was divers en steeds mooi geïllustreerd. Eén verhaal viel mij echt tegen en twee hadden voor mij niet zo veel toegevoegde waarde, dus daardoor dat mijn beoordeling wellicht wat lager uitvalt dan anders. De verhalen die me wel aanspraken vond ik echter ook echt goed. Dat betrof om te beginnen het verhaal 'De herstelling' van Guido Eekhaut. De stad waar dit verhaal zich afspeelt deed me denken aan de weird fiction van schrijvers als China Mieville. Er zat een duidelijk plot in het verhaal (de hoofdpersoon moet een keuze maken), maar er bleef veel over wat tot een aangename vervreemding leidde. Het was net genoeg om mijn nieuwsgierigheid te wekken (wat valt hier nog meer te ontdekken), maar niet zoveel dat ik kop en staart kwijt was, laat staan ze aan elkaar kon knopen. Bovendien moet nog maar eens gezegd worden dat Eekhaut geweldig kan schrijven. Mooie zinnen, fraaie bewoordingen. Het vloeide. Ik ben niet altijd fan van zijn verhalen, maar van deze dus duidelijk wel. Verder genoot ik erg van 'Dwalend in de ziel van mijn lief' van Charles van Wettum - die een ander soort bevreemding opwekte, namelijk die van de confrontatie met een niet-menselijke intelligentie. Kun je als mens de beleving van een 'alien' van binnenuit beschrijven? Van Wettum doet een poging en creëert tegelijk een fascinerende buitenaardse wereld. 'De confrontatie met mijn eigen schaduw' van Jan Roosen en 'Blinde vlek' van Reinder Veelinx waren leuke verhaaltjes die voor mij verder weinig om het lijf hadden. Een aardige opzet en een einde dat me deed glimlachen, maar niets dat bij mij bleef hangen. Jammer vond ik 'Loupcke' van André Frank - de illustraties bij dit verhaal (van de auteur zelf) waren mooi - op de grens tussen schilderijen en striptekeningen, maar het verhaal dat daarbij hoorde wist me niet te overtuigen. Het was een opeenvolging van impressionistische fragmenten, waarbij van karakters naar karakter werd gesprongen, maar waarbij niet alles voor mij 'logisch' voelde. Waarom hier de wolf met zijn welpen bij betrokken moest worden was me niet duidelijk. Het was misschien nog een mooi beeldenspel geweest als het beter geschreven was, maar ik struikelde over enkele beschrijvingen. Smaken verschillen natuurlijk. Wellicht dat anderen hier meer van genoten, maar het was niet aan mij besteed.
Dan waren er natuurlijk nog de diverse recensies - altijd interessant - en de oratie die Remco Meisner uitsprak bij de uitreiking van de Bemoste Beeld-prijs aan Ingrid Heit, en een brievenrubriek. Kortom, weer een goed gevuld nummer, dat ik met plezier gelezen heb.
En ik kijk weer uit naar de volgende editie!