Fantastische Vertellingen, nr. 63, jrg. 43, september 2022

€7,95
Artikelnummer: FV-63
Beschikbaarheid: Op voorraad
Levertijd: binnen enkele werkdagen

In dit nummer vindt u korte verhalen van Johan Klein Haneveld (Botanische tuin), Robert Smets (Uien), Charles van Wettum (Het beste ruimtepak e v e r en daarnaast ook Geheugenmanagement), Dolf Wagenaar (Het laatste oordeel) en Marco Knauff (De gouden jaren).

Illustraties zijn van de hand van Fred Hemmes (omslagillustratie), Gert-Jan van den Bemd, Bauke Muntz, Rien van Osch, Johan Klein Haneveld, Marcel Ozymantra en Peter Erhardt.

Daarnaast vindt u in dit nummer besprekingen van de hand van Johan Klein Haneveld. En de problemenrubriek Oxana's Oxymoron van Oxana Langbeen., alsmede een essay van haar hand over fandata.nl. Mike Jansen is weer opgenomen met zijn Kolom. En natuurlijk een niet te versmaden FV-essay van Max Moragie (De boeken van verdwijnen  en worden), alsmede een Vuijeton van de hand van Johan Klein Haneveld.

De omslagillustratie is van de hand van Fred Hemmes en het daarop gebaseerde omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit.

In totaal maar liefst 132 bladzijden op helderwit kwaliteitspapier, volledig in kleur!

In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte, geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.

U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:

afm.: A5 (148mm x 210mm)
dikte: 132 blz.
gew.: 275 gram
uitv.: paperback, volledig in kleur
extra: bio-/bibliografieën van de gepubliceerden
| Marco Knauff

Ik heb genoten van Fantastische Vertellingen 63 en kan me alleen maar aansluiten bij wat mijn collega’s erover zeiden. Hoog niveau over de hele linie, met als persoonlijke favo’s ‘Geheugenmanagement’ en ‘De botanische tuin.’ Maar alle verhalen waren gewoon goed. De bijdrage van Mike vond ik boeiend en naar aanleiding van het FV-essay heb ik het boek van Guy Vaes bij de bieb aangevraagd.
Op naar het volgende topnummer.

| Charles van Wettum

Sinds een jaar schrijf ik zelf SF en verschijn af en toe in de reeks Fantastische Vertellingen. Ook in dit nummer staan verhalen van mij - ik ben dus wel een beetje bevooroordeeld, ben ik bang.
Allereerst: wat is het geweldig dat dit tijdschrift bestaat! Er is zo weinig plek om verhalen uit het fantastische genre te delen, om te genieten van elkaars bedenksels, om feedback te geven en te krijgen. In dan nu al het 63e nummer - een lange en waardevolle traditie, waarvoor we alle deelnemers uit het diepst van ons hart mogen danken. En ja, er moet nu alvast één naam genoemd worden: Remco Meisner, initiator, hoofdredacteur, trek- en duwmeester. Topper. En met hem een hele reeks van schrijvers, bloggers, recensenten, tekenaars, dichters, humoristen. Wat is er een grenzenloze hoeveelheid talent, wat is het prachtig dat er een plek is om je mogelijkheden uit te proberen en te trainen. En wat zijn er veel producten die het gewoon waard zijn om te lezen, om te genieten, om te lachen en soms om diep over na te denken.
De bundel staat dus vol met prachtige dingen. Natuurlijk passen sommige dingen bij elke lezer meer dan andere. Dat mijn verhalen bij mij passen - nou ja, open deur en daar zeg ik dus niks over - wel complimenten voor de illustraties die erbij werden gemaakt door Rien van Osch en Fred Hemmes: prachtig getroffen!
Maar wat maakt Remco in zijn inleiding op een prachtige manier een stoofpot van wat niet bij elkaar in één schotel past.
Wat een gave hebben de vaste recensenten om je nieuwsgierig te maken naar wat er in het fantastische genre op de markt komt.
Wat een vertellers lopen er rond - van historische fantasy tot horror, van 'harde' sf tot vormen van grensverkeer. Het is niet goed mogelijk om favorieten te noemen, maar goed: toch twee namen. Marco Knauff boeide me zeer met zijn mix van tijdreis, kunst en commercie in De Gouden Jaren, en Johan Klein Haneveld maakte het horror-einde van zijn verhaal Botanische Tuin zowaar nog acceptabel (en als iemand dat bij mij met horror-elementen kan, dan is dat wel wat).
En dan ook nog een essay van Max Moragie over Guy Vaes (zeer goed leesbaar en onderhoudend) tot slot zelfs nog schrijftips van Mike Jansen - het kan niet op.
Ook alle niet-genoemden van deze versie: mijn complimenten. Voor lezers van mijn recensie die het tijdschrift FV (nog) niet lezen: u mist iets.
Kijk vooral op https://shop.pr1ma.nl/periodieken/fantastische-vertellingen-moderne-collectie/
Een verdiende 5 sterren.

| Johan Klein Haneveld

Ik heb ondertussen een naam hoog te houden, als de eerste die met een recensie van Fantastische Vertellingen over de brug komt. Ook nu opende ik mijn favoriete tijdschrift de dag nadat ik het ontving per post. En ik genoot ervan. Dit is een van de betere nummers van het tijdschrift in de afgelopen jaren. Dat zeg ik niet (of niet alleen) omdat ik er zo'n groot gedeelte van vul. Dit nummer bevat niet alleen mijn verhaal 'Botanische tuin', mijn bijdrage aan het Vuijeton, getiteld 'Veilig de deur uit', en drie door mij geschreven recensies, er staat ook een bespreking in van mijn roman 'De zwarte schim' waar ik zacht gezegd wel mee in mijn nopjes was. Maar ook als ik dat alles buiten beschouwing laat, wat ik als eerlijke recensent natuurlijk moet doen, is dit een fantastisch nummer. Heel interessant was bijvoorbeeld de tweede bijdrage van de recensent van mijn roman, over Guy Vaes, een voor mij tot het moment van lezen nog onbekende Vlaamse auteur. Het essay was, zoals andere essays van Max Moragie, goed onderzocht, helder verwoord en wekte interesse in het onderwerp. Ik had het gevoel dat ik er iets van leerde, onder andere over het bestaan van in het Frans schrijvende Vlamingen. Heel boeiend! Een ander essay van Mike Jansen bevatte voor mij niet veel nieuws, maar wierp wel licht op zijn schrijfmethoden en was daarom natuurlijk interessant. Verder was er nog een interessant stuk over Fandata en vooral de informatie over de eerdere geschiedenis van vergelijkbare initiatieven vond ik fascinerend.
Wat de verhalen betreft opende het tijdschrift met het traditionele Meyvistisch Melodrama - deze keer was de auteur erin geslaagd verwijzingen naar alle verhalen in het tijdschrift erin op te nemen (sommige pas te herkennen voor degen die het tijdschrift al heeft gelezen). Daarna het eerste van twee verhalen van Charles van Wettum - een auteur die de laatste twee jaar aan de weg timmert met doorwrochte SF-verhalen naar het voorbeeld van de 'gouden eeuw van de SF', maar die licht werpen op hedendaagse problemen van technologische en andere aard. De stijl is dus helder zoals in de oude SF-verhalen, en ze bevatten ook steeds een goede wending (wat ik erg waardeer). Een digitaal leven na de dood zoals in 'Geheugenmanagement' is in zichzelf niet origineel, maar de manier waarop de auteur hier problemen die ook tussen softwareleveranciers en gebruikers optreden erbij betrekt is wel degelijk heel fascinerend. Ik had nog wel meer van deze wereld willen zien - waar gaat het allemaal toe leiden? 'Uien' van Robert Smets was meer een magisch realistisch sprookje, waarin iemand reïncarneert in een ui... Ik moest wel glimlachen bij dit verhaal, dat op een heel droge manier verteld wordt, en dat met een mooie knipoog eindigde. 'Het beste ruimtepak e v e r' is ook weer een leuk verhaal van Charles van Wettum, dat eindigt met een schokkende gevolgtrekking voor de hoofdpersoon... Niet per se vernieuwend, maar dat hoeft niet altijd. Dolf Wagenaar is een van mijn favoriete Nederlandse horror/weird-fiction schrijvers en zijn verhaal 'Het laatste oordeel' stelde me niet teleur. Pas aan het eind begreep ik de dubbele betekenis van de titel. Een ritje in een spookhuis gaat helemaal fout... Een verhaal met nachtmerrielogica en een oordeel in het einde. Tenslotte ben ik altijd blij een verhaal van Marco Knauff in het tijdschrift tegen te komen, gewoon omdat hij goed kan schrijven en steeds met iets nieuws komt. Zo ook hier - Johannes Vermeer wordt door een museumdirecteur naar het heden gehaald voor een overzichtstentoonstelling, met onverwachte gevolgen. De schilder werd mooi tot leven geroepen, net als zijn werken (bekende en voor dit verhaal nieuwe). Misschien meanderde het iets te veel en was het einde net te klein, maar in dit geval ging het om de reis, niet om de bestemming. De sfeer zat er hier heel goed in en bovendien was dit verhaal 100 procent Nederlandse speculatieve literatuur. (Het is interessant op te merken dat na een verhaal over Hieronymus Bosch uit het vorige nummer, weer een verhaal over een schilder aan te treffen. Wordt dit een trend?)
Ik genoot ook weer van de afwisselende illustraties in dit nummer, die altijd goed bij de verhalen pasten.
Ik heb het idee dat Fantastische Vertellingen in kwaliteit blijft groeien en kijk daarom weer uit naar nummer 64!

5 sterren op basis van 3 beoordelingen