Fantastische Vertellingen, nr. 61, jrg. 43, maart 2022
Artikelnummer: | FV-61 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Levertijd: | binnen enkele werkdagen |
In dit nummer vindt u korte verhalen van Dick van der Bij (De ontaarding van Daniël Olde Riekerink), Guido Eekhaut (Poort), Karel Smolders (Camelot en de kunst van het interstellair tijdreizen), Robert Smets (Een aanslag in de anti-tijd), Robin Langerak (Voorkennis) en een parodicht van zowel Bart de Wolf (Een kakelvers) als Jos Lexmond (Jos dicht af).
Illustraties zijn van de hand van Fred Hemmes (omslagillustratie en binnenillustraties), Peter Erhardt, Gert-Jan van den Bemd, Marco Bezoet de Bie, Marcel Ozymantra en Frank Norbert Rieter.
Daarnaast vindt u in dit nummer besprekingen van de hand van Paul van Leeuwenkamp en Johan Klein Haneveld. Ook de toespraak van Paul van Leeuwenkamp: in het kader van het uitreiken van de Bemoste Beeld-prijs aan Mike Jansen is integraal opgenomen. Er is voorzien in een ultrakort verhaal (de titel!) bij een illustratie (Atomic Ballerina) van Fred Hemmes en de problemenrubriek Oxana's Oxymoron. Mike Jansen is weer opgenomen met zijn Kolom. En van Max Moragie stamt het essay Manuel van Loggem – een omstander in zijn eigen leven. De grafologisch onderlegde psycholoog wordt daarin gefileerd, met name zijn Joodse (en door velen onopgemerkte) verleden.
De omslagillustratie is van de hand van Fred Hemmes en het daarop gebaseerde omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit.
In totaal maar liefst 154 bladzijden op helderwit kwaliteitspapier, volledig in kleur!
In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte, geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.
U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:
afm.: | A5 (148mm x 210mm) |
dikte: | 160 blz. |
gew.: | 275 gram |
uitv.: | paperback, volledig in kleur |
extra: | bio-/bibliografieën van de gepubliceerden |
De samensteller van Fantastische Vertellingen, Remco Meisner, waarschuwde abonnees al dat ze wel een stevige brievenbus moesten hebben omdat het anders zou kunnen mislopen bij de bezorging van dit nummer en hij had niet gelogen, het was er weer een van formaat. Met 158 pagina's binnenwerk is het een flink boekwerk geworden. Maar als het zo tot de rand is volgestopt met fascinerende inhoud is dat alleen maar goed nieuws. Ik heb me in elk geval geen moment verveeld bij het lezen ervan. Het niveau lag in dit nummer hoog en ook al is er uit de aard der dingen altijd een verhaal dat onderaan komt, er waren er geen waar ik me niet bij heb vermaakt. Geen die me tegenstonden, wat ook wel eens wil gebeuren. Voeg daarbij nog de gedichten waar ik om moest gniffelen, de afwisselende illustraties, goed onderbouwde recensies, een interessante column van Mike Jansen over het belang van samenwerkende auteurs en een meer dan fascinerend, goed onderbouwd essay van Max Moragie over Manuel van Loggem en het was weer een feestje voor ieder die geïnteresseerd is in het fantastische genre in het Nederlandse taalgebied. Ik ben heel blij met stukken zoals die van Max Moragie, die schrijvers in ons genre die anders vergeten zouden worden, weer voor het voetlicht weet te brengen, hun bijdrage laat zien, maar vooral interesse opwekt voor wat ze geschreven hadden. Meer van zulke essays, graag! De toespraak van Paul van Leeuwenkamp bij het uitreiken van de Bemoste Beeld-prijs aan Mike Jansen is ook opgenomen. Ik vond het eerlijk gezegd bij de uitreiking ook wel vreemd dat een prijswinnaar vooral kritiek over zich heen kreeg, en dat gevoel veranderde niet bij het lezen van dit stuk. De kritiek is wellicht terecht, in elk geval weet Van Leeuwenkamp het overtuigend te brengen, maar dan was een kritisch essay of recensie op zijn plek geweest, maar niet zo'n redevoering. Enfin, hopelijk brengt het een polemiek op gang.
Dan de verhalen, die toch in mijn ogen het belangrijkste zijn aan een tijdschrift als dit. Het eerste verhaal 'De ontaarding van Daniël Olde Riekerink' van Dick van der Bij vond ik heel geslaagd. Ik kon zelf niet vertellen waar het heen ging en aan het eind kwamen verhaallijnen op een onverwachte wijze bij elkaar. Een metafysisch verhaal over de impact die we hebben in het leven, ook na de dood. Goed geschreven en Van der Bij wist ook de sfeer van de regio van het verhaal goed op te roepen. Guido Eekhaut is in deze editie opgenomen met een fascinerend SF-verhaal over een onbewoonde planeet waar aardse astronauten onderzoek doen aan een mysterieuze poort waar niemand door is teruggekomen. Ik was het hele verhaal lang geboeid. Het einde vond ik ook goed. Interessant hoe het verhaal speelde met droom en werkelijkheid. Ik bespeurde een thema in dit nummer overigens, bedoeld of onbedoeld: reizen door de tijd of na de dood, en de gevolgen van onze keuzes. Hierbij past ook 'Een aanslag in de anti-tijd' van Robert Smets. Als Sherlock Holmes-fan was ik aangenaam verrast door dit verhaal dat de bekende Britse speurder confronteerde met SF-concepten als verschillende tijdsverlopen en oorzakelijkheid. Het einde deed me glimlachen. Het verhaal was wellicht sterker geweest zonder de anachronismen - ik snapte dat het niet honderd procent serieus bedoeld was, maar voor mij hoefden de knipogen niet zó groot te zijn. 'Achteloos weggeworpen meesterwerken' van Max Moragie speelt ook op een onverwachte manier met gemiste kansen en alternatieve tijdlijnen. Meer een fragment dan een verhaal. 'Voorkennis' van Robin Langerak vond ik heel intrigerend. Wat als je een voorproefje kon krijgen van hoe je kind zou zijn? Wat als je je al aan dit voorproefje zou gaan hechten? Dit is natuurlijk ook weer een manier om de tijd te passeren en natuurlijk gaat het allemaal niet goed ... Het idee was intrigerend en het was goed geschreven, maar het einde was in mijn optiek was zwak, alsof de auteur niet genoeg inspiratie had voor een wending die het allemaal echt af zou maken. Karel Smolders is een van de schrijvers uit ons taalgebied die ik altijd kan waarderen en ik was daarom blij dat er een verhaal van hem in dit tijdschrift stond. Zijn 'Camelot en de kunst van het interstellair tijdreizen' was wellicht niet reuze-origineel (dit soort 'tijd-oorlogen' komt vaak voor in SF), maar het verhaal was wel onderhoudend. Als tijdreizigers proberen de mythe van Koning Arthur werkelijkheid te laten worden, moet dat dan worden tegengehouden? De schrijfstijl van Smolders is gezellig en bevat een dosis zelf-relativering die het er bij de lezer doet ingaan als een romige guiness en de knipoog aan het eind was goed gevonden. Al met al een geweldige bundel met goede verhalen, en ik kijk nu alweer uit naar de volgende editie.