Fantastische Vertellingen, nr. 70, jrg. 45, juni 2024
Artikelnummer: | FV-70 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Levertijd: | 1-2 dagen |
In dit nummer vindt u korte verhalen van Ard Walburg (Gerechtigheid), Jan Roosen (De man in de spiegel), Johan Klein Haneveld (Tot stof zult gij wederkeren), Wim Slierendregt (Charles la Tân), Charles van Wettum (Overstappen op station Grote Muur), Finn Audenaert (Drama voor drie kranen en een dame) en Alexander Verbeek-van den Toren (Bushalte).
Illustraties zijn van de hand van Gert-Jan van den Bemd, MOZ, Peter Erhardt, Fred Hemmes, Eline Nijdam, Dick van der Plas, Joshua Peeters, Pieter Strik en Roland Westveer.
Daarnaast vindt u in dit nummer besprekingen van de hand van Johan Klein Haneveld, Charles van Wettum en Paul van Leeuwenkamp. Voorts de problemenrubriek Oxana's Oxymoron van Oxana Langbeen, alsmede het essay over de duivel en de duiten inzake Michael Boelgakov door Max Moragie, een cartoon van Gert-Jan van den Bemd (Aardlingen), het zevende deel (door Paul van Leeuwenkamp) en het achtste deel (door Jan J.B. Kuipers) van Tijd voor geschriften. En naast dit alles de brievenrubriek Brief Encounters, waarin mede enige ongezonde mededingen opgenomen werden. Hoezee!
De omslagillustratie is van de hand van Fred Hemmes en het daarop gebaseerde omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit.
In totaal 140 bladzijden op helderwit kwaliteitspapier, volledig in kleur!
In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte, geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.
U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:
afm.: | A5 (148mm x 210mm) |
dikte: | 132 blz. |
gew.: | 500 gram |
uitv.: | paperback, volledig in kleur |
extra: | bio-/bibliografieën van de gepubliceerden |
Bij het lezen van Fantastische Vertellingen heb ik altijd een brede glimlach op mijn gezicht. Meer dan bij andere tijdschriften en bundels, voelt het bladeren door het nummer als thuiskomen, als een warm bad, gezellig (zelfs als de verhalen vaak richting horror gaan). Ik voel me bij dit tijdschrift thuis. En dat is volgens mij te danken aan de 'Meyvistische' insteek van hoofdredacteur Remco Meisner, die altijd in zijn 'Meyvistisch Melodrama' de toon al zet. Vervolgens kiest hij zorgvuldig verhalen en illustratoren die (vooral in combinatie) die toon bevestigen. Een toon van speelsheid, van anders zijn dan anders, van niet alles heel serieus nemen, maar toch streven naar kwaliteit. Rond dit tijdschrift verzamelen zich schrijvers en illustratoren van allerlei snit, die in elk geval dit aspect omarmen. Een gemeenschap ontstaat - wat ook altijd een doel is geweest van de hoofdredacteur, zie de gezellige 'terdoopbestellingen' van Ganymedes in het verleden en nu de Fantasticons. De sfeer van de Fantasticons is wat ik opsnuif bij het lezen van dit tijdschrift: ik kan bij deze groep mensen mezelf zijn. Dat is waarom ik voor schrijvers die hier willen publiceren ook aanraad zelf een abonnement te nemen, of in elk geval een nummer te lezen, want dan kun je proeven of deze sfeer ook jou aanspreekt. Ik verwacht van wel, overigens.
Enfin, dan onderhavig nummer, nummer 70 alweer. Een flink exemplaar, waarmee ik me twee avonden en een ochtend goed vermaakt heb! Zelf leverde ik een SF-verhaal aan ('Tot stof zult gij wederkeren' - prachtig geillustreerd overigens) en drie recensies. Daarnaast las ik met veel plezier de andere boekbesprekingen, die zoals altijd weer goed onderbouwd en diepgaand waren. Ik vond de terugkerende rubriek 'Tijd voor Geschriften' weer uitermate boeiend - voor de identiteit van het genre in ons taalgebied is het belangrijk dat we weet hebben van het verleden, en deze rubriek laat zien dat er altijd al fanatieke schrijvers en redacteurs waren die hun verhalen met het publiek wilden delen (zelfs al kwam een tijdschrift slechts eenmalig uit) ... Het essay van Max Moragie over 'De meester en Margarita' was heel boeiend. De kwaliteiten van dit werk werden overtuigend uit de doeken gedaan, en nu wil ik het boek ook lezen! Max Moragie heeft een heel grote kennis van literatuur (en zeker niet specifiek genreliteratuur) en dat is te merken in de diepgang van zijn essays.
Dan zijn er natuurlijk de verhalen - en de samensteller weet een heel goed evenwicht te bewerkstelligen tussen de non-fictie en fictie in het tijdschrift, viel me ook nu weer op. Het een overschaduwt het andere niet, het voelt als één geheel - en die bevielen me dit keer uitstekend. Er zat één verhaal bij dat ik drie sterren zou geven door een wat houterige schrijfstijl en een in mijn optiek ontbrekende wending (het was nu wat voorspelbaar en een karakter eerst laten zeggen dat hij niet gewelddadig is en dan toch iemand laten ombrengen vond ik tegenstrijdig). Het achterliggende idee van het verhaal van Wim Slierendrecht vond ik overigens wel boeiend. Bij de rest had ik nauwelijks kanttekeningen. Ard Walburg opent met 'Gerechtigheid', een fantastisch superheldenverhaal met een dit keer weldadige spruitjeslucht (ik heb hartelijk gelachen om 'De Bjusterbaarlike Pompeblêdman'). Goede beschrijvingen, perfect getroffen satire en een mooi einde. Ik begin te denken dat 'In de polder' ook een keer moet komen met 'Superhelden in de polder' ... 'De man in de spiegel' van Jan Roosen was ook een echt 'Fantastische Vertellingen-verhaal'. Niet in een hokje te passen, een scheut ironie en persoonlijk qua toon. De basis in historische/literaire feiten versterkte het alleen maar. Harde SF is ook aanwezig in dit nummer en wel in het verhaal van Charles van Wettum 'Overstappen op Station Grote Muur'. Van Wettum laat zien dat zijn verbeelding niet onderdoet voor die van de internationale grote meesters in het genre, maar hij houdt de sfeer van het typische Fantastische Vertellingen-verhaal: de gewone man in een situatie die zijn hoofd te boven gaat. Misschien had het einde nog iets sterker gekund (nu voelde het meer als beschrijving van een voorval dan als verhaal) en er werden een paar woorden herhaald, maar ik werd wel het hele verhaal door vermaakt en mijn eigen denkraam werd ook nog eens vergroot. Finn Audenaert is ook een toevoeging voor dit periodiek (alleen al om zijn auteursinformatie achterin moest ik hartelijk lachen). Zijn verhaal 'Drama voor drie kranen en een dame' was fantastisch absurdistisch en naar horror neigend, met mooi specifieke beschrijvingen van de karakters en de stad. De auteur zelf zei dat hij een perspectieffout had gemaakt (en die vond ik ook). Verder had het wellicht ook gewerkt zonder de SF-elementen uit het begin? Ik kon het hoe dan ook waarderen, vooral het slot. Ten slotte blijkt ook Alexander Verbeek-Van der Toren een aanwinst - een diep persoonlijk, doorvoeld verhaal over keuzes en gemiste kansen, verpakt in een weird SF-concept met een parodie op een SF-conventie. Alles klopte, wat mij betrof, van begin tot einde. Een goede afsluiter van dit nummer.
Nu is nummer 70 uit en kan ik alleen maar reikhalzend uitkijken naar de volgende editie. En Ganymedes 24, Fantastische Verbeeldingen 3 en Fantasticon. Want van deze community van weirdo's wil ik niets missen.