Fantastische Vertellingen, nr. 53, jrg. 41, maart-april 2020
Artikelnummer: | FV-53 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
Levertijd: | binnen enkele werkdagen |
In dit nummer vindt u korte verhalen van F.P.G. Camerman (Nanotor), Jan Sebrechts (De kleur van gras), Johan Klein Haneveld (De dans van de inktvissen), Bart de Wolf (De Bra-Ba-Bla), Reinder Veelinx (Laat mij het werk doen), Reinold Widemann (De buis achter het huis van Hofrat Hoffman) en Killian McNeil (Slaap, mijn kind, slaap...).
Bij de verhalen werden illustraties vervaardigd door niemand minder dan Gert-Jan van den Bemd, Marco Bezoet de Bie, Fred Hemmes, Johan Klein Haneveld, Marc Huyghe, Ben van de Outenaar, Gidion van de Swaluw (hij maakte ook de omslagillustratie) en Petra de Vries.
Daarnaast vindt u in dit nummer de bespreking van maar liefst zes boeken, afkomstig van Paul van Leeuwenkamp, Jack Schlimazlnik, Johan Klein Haneveld (die ook een gedicht schreef dat u in dit nummer terugvindt) en Remco Meisner.
Johan Klein Haneveld voorzag bovendien in een strip.
Het omslagontwerp is gemaakt door Ingrid Heit.
In het tijdschrift is van alle gepubliceerden een korte, geïllustreerde bio-/bibliografie opgenomen.
U kunt dit tijdschrift uiteraard los kopen, indien u dat verkiest, maar een abonnement is véél voordeliger:
afm.: | A5 (148mm x 210mm) |
dikte: | 139 blz. |
gew.: | 330 gram |
uitv.: | paperback, volledig in kleur |
extra: | bio-/bibliografieën van de gepubliceerden |
Soms is het de moeite waard als je ergens op moet wachten. Zoals de nieuwe editie van Fantastische Vertellingen, die volgens het 'Meyvistisch Melodrama' waar ze mee opent eerst vertraging opliep door verbouwingen en vervolgens uitkwam midden in de coronacrisis. Ikzelf moest ook nog eens langer wachten omdat de post in Delft altijd iets later lijkt te komen. Maar uiteindelijk was hij er - en een extra volumineuze editie ook nog eens. 139 pagina's vol verhalen, recensies en illustraties. Ikzelf had de eer enkele bijdragen te mogen leveren aan deze editie. Een gedicht (fantastisch geïllustreerd door Fred Hemmes!), een SF-verhaal ('De dans van de inktvissen') waar ik zelf een tekening bij heb gemaakt, een stripje en drie recensies. Daar zal ik het verder in deze recensie natuurlijk niet over hebben. Nummer 53 van Fantastische Vertellingen opent met een mooi SF-verhaal van F.P.G. Camerman - een zakenman krijgt de kans zijn bedrijf voor miljarden te verkopen, maar onderweg naar het gesprek gebeuren er rare dingen. De auteur levert een interessant spel met wisselende motivaties. Misschien was het wat veel zulke verschillende uitvindingen te combineren in één verhaal, maar het bleef tot het einde boeiend. Jas Sebrechts schreef 'De kleur van gras'. Er waren wat onnodige details, die in mijn optiek afleidden van het verhaal. Wat begint als een redelijk normaal fantasyverhaal (waarin het gras paarsgeel is en niet groen) verandert in een commentaar op het lezen, de rol van schrijver en lezer en recensent. In elk geval fascinerend, maar in mijn visie voor iets wat bedoeld is als soort meta-verhaal eigenlijk iets te lang. Een verhaal dat voor mij heel goed werkte was 'De Bra-Ba-Bla' van Bart de Wolf. Geschreven vanuit het perspectief van een zevenjarig jongetje dat een broertje krijgt begint het nog vrij onschuldig, maar het wordt al snel verontrustender. Het slot is passend gruwelijk. Een heel sterk horrorverhaal, met veel mooie sfeertekeningen. Soms bevatten zinnen dubbele aanduidingen voor hetzelfde, dat had misschien net iets strakker geredigeerd kunnen worden. Verder is het goed geschreven. Reinder Veelinx leverde een 'flash fiction'. Reinold Widemann verplaatst ons in de geschiedenis naar Wenen en doet iets dat lijkt op een geschiedkundig verslag eindigen in onverwachte grimmigheid. 'Slaap, mijn kind, slaap' van Killian McNeil was tenslotte een mooi duister sprookje, sfeervol geillustreerd door Gideon van de Swaluw, die ook het omslag maakte. De beschrijvingen waren mooi beeldend, maar niet overtrokken. Ik verwachtte ergens nog een twist op basis van het onverwachte tijdsverloop, maar misschien was het de bedoeling van de auteur dat die twist impliciet bleef en niet expliciet werd gemaakt. Ik kon er hoe dan ook van genieten. Al met al een behoorlijke nadruk op duistere verhalen en horror, naast enkele harde SF-verhalen, maar daarmee bevat dit tijdschrift volgens mij voor ieder iets. Ik ben benieuwd wat andere lezers ervan vonden!